Tijdens Prinsjesdag heeft het kabinet de plannen voor de gastouderopvang van 2023 bekend gemaakt. Naast de jaarlijkse verhoging van het maximum uurtarief wordt de koppeling gewerkte uren (KGU) losgelaten.
Maximum uurtarief 2023
Het uurtarief waarover kinderopvangtoeslag toegekend wordt, bestaat uit de uurvergoeding van de gastouder en de bureaukosten. Dit is gebonden aan een maximum. Het maximum uurtarief waarover kinderopvangtoeslag toegekend wordt, gaat volgend jaar omhoog naar € 6,73 (2022: € 6,52).
Koppeling gewerkte uren (KGU)
Vanaf dit jaar (2022) is de KGU voor schoolgaande kinderen gelijkgetrokken met de dagopvang. Ongeacht het soort opvang kan iedere ouder aanspraak maken op kinderopvangtoeslag voor maximaal 140 procent van het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner met een maximum van 230 uur per maand.
Deze koppeling wordt in 2023 losgelaten, waardoor ouders per kalendermaand aanspraak kunnen maken op 230 uur kinderopvangtoeslag – onafhankelijk van het exacte aantal gewerkte uren per kalendermaand – vergelijkbaar met de situatie zoals deze nu is voor studenten en mensen die een (integratie-)traject naar werk volgen.
Werkt in een gezin de partner slechts 1 dag in de week, dan is er toch recht op 230 uur kinderopvangtoeslag. Uiteraard voor zover deze uren ook daadwerkelijk met de gastouder overeengekomen en betaald zijn. Dit geldt dus ook voor een alleenstaande ouder die 3 of 4 dagen in de week werkt.
Zelfstandig recht op kinderopvangtoeslag na huiselijk geweld
Het kabinet heeft in de Prinsjesdagplannen nog een aantal andere maatregelen aangekondigd om het huidige stelsel te verbeteren. Vanaf 2023 krijgen ouders met een tijdelijke indicatie voor langdurige zorg (WLZ-indicatie) en ouders met een partner die buiten de EU verblijft, ook recht op kinderopvangtoeslag. Ouders met een permanente WLZ-indicatie hebben al sinds 2021 recht op kinderopvangtoeslag.
Daarnaast is het kabinet van plan om gehuwde ouders die vanwege huiselijk geweld opgevangen worden in een noodopvang, zelfstandig aanspraak te geven op kinderopvangtoeslag.
Inkomensonafhankelijke kinderopvangtoeslag 2025
Momenteel is de hoogte van de kinderopvangtoeslag afhankelijk van het gezamenlijk (beide ouders) toetsingsinkomen en het aantal kinderen. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de kinderopvangtoeslag (inkomensafhankelijk). Daarnaast geldt voor het eerste kind (het kind met het hoogste aantal uren kinderopvang) een lagere kinderopvangtoeslag dan voor de andere kinderen.
Om het vertrouwen na de kinderopvangtoeslagaffaire te herstellen, kondigden de coalitiepartijen in het regeerakkoord al een fundamentele herziening van de kinderopvangtoeslag aan. Het doel is de toeslagen op termijn helemaal af te schaffen, maar eerst gaat de vergoeding voor kinderopvang voor ouders in 2025 naar 96%. In het regeerakkoord was nog sprake van 95%.
Met ingang van 2025 wordt de kinderopvangtoeslag dus een inkomensonafhankelijke toeslag van 96%, ongeacht het aantal kinderen. Alle ouders gaan dan dus een vaste kleine eigen bijdrage betalen.